De uitverkoop van Nederland

Blijft Akzo/Nobel een Nederlands bedrijf? Of wordt het opgeslokt door een Amerikaanse concurrent? Had TNT Post nu wel of niet verkocht mogen worden aan de Belgische collega’s? Steeds meer wordt de vraag gesteld of het gewenst is dat Nederlandse bedrijven zomaar verkocht mogen worden aan buitenlandse partijen. Al in 2010 heeft Sophista een congres georganiseerd over dit onderwerp. Het refereerde naar een verschenen boek van journalist Menno Tamminga: “De uitverkoop van Nederland”.

Het vraagstuk houdt velen bezig: beleggers, ondernemers, politiek, maar ook de gemiddelde Nederlander (voor zover deze bestaat) heeft een mening over dit vraagstuk. Voorstanders geven aan dat in een (vrije) markt internationale overnames altijd mogelijk moeten zijn. Het leidt tot optimale waarde creatie voor aandeelhouders. Tegenstanders wijzen op de negatieve bijeffecten, wanneer we een zgn. filialenland zouden worden. De gedachte is dat dit leidt tot verlies van werkgelegenheid. Filialen worden gesloten en verplaatst naar lage lonen landen. Bovendien worden afdelingen voor onderzoek en ontwikkeling gecentraliseerd op het hoofdkantoor van de buitenlandse koper.

Onderzoek wijst uit dat wanneer een holdingvennootschap zich in Nederland bevindt er meer dan evenredig in Nederland geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld management development programma’s doordat jong talent naar Nederland wordt gehaald, er meer geïnvesteerd wordt in cultuur (ze zijn bijvoorbeeld hoofdsponsor van musea of maken bijzondere tentoonstellingen mogelijk), en er meer dan evenredig investeringen in R&D en marketing plaats vinden. Daarom kun je je parels maar beter beschermen is de gedachte.

Anders dan in andere landen heeft Nederland geen instituut dat buitenlandse overnames beoordeelt op de effecten voor het eigen land. Zo hebben de Verenigde Staten de Committee on Foreign Investment in the United States (Cfius). Criterium is dan vooral of de buitenlandse investering de Amerikaanse veiligheid aantast. Het is een ongrijpbaar, subjectief criterium. ASML heeft een aantal pogingen voor overnames in de VS ondernomen, maar moest vaststellen dat met een beroep op dit instituut en de nationale veiligheid de eigen industrie beschermd werd. De overnames konden geen doorgang vinden.

De beste methode voor multinationals om niet overgenomen te worden is door een optimale/maximale waarde creatie als uitgangspunt te nemen voor eigen beleid. Maximale groei met beperking van ondernemingsrisico verlaagt de kans om overgenomen te worden het meest. Immers, het verbeterpotentieel na overname is dan minimaal.

Bovenstaande krachten spelen niet in het MKB. Dan bepaalt u gelukkig zelf aan wie u uw bedrijf verkoopt. En daar is het nu een prima tijd voor: er is vertrouwen in de economie. Veel sectoren groeien weer in omzet en rendement en ook de vooruitzichten zijn prima. Bovendien zijn (institutionele) beleggers door de lage rentestand op zoek naar rendement, waardoor ook veel liquiditeit beschikbaar is. Dat is goed om te weten. En bovendien: optimale waarde creatie als uitgangspunt hanteren voor uw eigen bedrijfsvoering leidt ook voor u tot een prima beloning bij de verkoop.

 

Dit blog verscheen in Zaanbusiness (editie 163 - 9 juni 2017)

 

KOM ONS

 

TEAM VERSTERKEN
 

BEKIJK DE VACATURES

Maak kennis met 

 

DE MENSEN

 

VAN SOPHISTA

 

OVER SOPHISTA
 

Stel ons een vraag

Specifieke informatie nodig?

Stel ons een vraag

T +31 72 540 80 10